Historie Baarnse LTC
Veertig leden
Op woensdag 31 juli 1907 werd op het gemeentehuis in Baarn de oprichtingsakte van de Baarnsche Tennisclub getekend. In de gemeentelijke annalen is te lezen dat de leden vanaf 18 april 1908 op de banen konden spelen. Er werden in dat eerste jaar ongeveer veertig leden ingeschreven. Vermoedelijk vooral lieden uit welgestelde kringen en families die een band hadden met Sociëteit “de Vereeniging”, de deftige herensociëteit aan het Stationsplein.
De Baarnse Boulevard
Er zijn aanwijzingen dat het allerprilste begin van de BLTC ligt bij ‘Vereeniging tot verfraaiing der gemeente Baarn’, die in 1886 werd opgericht door een aantal leden van de herensociëteit. Deze zogenaamde Verfraaiingscommissie hield zich bezig met het aanleggen, onderhouden en verfraaien van parken, wegen en wandelpaden. Een van de doelstellingen was dat dit ook veel werkgelegenheid voor ‘behoeftigen’ opleverde.
De ‘heeren’ lieten er geen gras over groeien. Al in het oprichtingsjaar begon de Verfraaiingscommissie aan een groot project: het aanleggen van een wandelpromenade langs het spoor aan de zijde van de Spoorweglaan, de huidige Gerrit van der Veenlaan. De Baarnse tuinarchitect en boomkweker Anthony van der Helden viel de eer
te beurt om een ontwerp te maken. Het parkachtige wandelgebied werd de ‘Boulevard’ genoemd. Op sommige plekken zijn nog resten van de schilderachtige ruïnebruggetjes te vinden. De licht slingerende Spoor- weglaan was in de jaren ‘70 van de 19e eeuw speciaal aangelegd voor Prins Hendrik. Via deze route kon hij zich vanuit Soestdijk rechtstreeks per koets naar de koninklijke wachtkamer in het stationsgebouw laten brengen. Zo hoefde hij niet tussen ‘het volk’ te wachten voor de spoorwegovergang aan de Lt. Generaal van Heutszlaan.
Toeristen
De Verfraaiingscommissie ging zich later ook toeleggen op het bevorderen van het ‘toeristisch verkeer’ in Baarn. Waarschijnlijk werd voor dat doel een tennisbaan aan- gelegd aan het einde van de Boulevard. In een van de gidsen over Baarn die door de Verfraaiingscommissie werd uitgegeven, is te lezen dat deze tennisbaan afgehuurd kon worden bij de kastelein van de ‘heeren- sociëteit’. Daarnaast exploiteerde de Verfraaiingscommissie verschillende particuliere banen.
Waarschijnlijk heeft de Verfraaiingscommissie later een tweede baan laten aanleggen. In het Utrechts Nieuwsblad van 1896 wordt gesproken over ‘lawntennis-banen’. Op de vroegst bekende foto uit het begin van de 20e eeuw zien we twee hobbelige grasbanen met daartussen een open huisje met rieten dak. Op de achtergrond is een glimp van een villa te onderscheiden. Onderaan de foto
is geschreven ‘Gerrit v/d Veenlaan t/o Wittelaan’. Oude kaarten van Baarn tonen de exacte locatie van de vroegste BLTC-banen: halverwege de Wittelaan en de Amsterdamse- straatweg, vlakbij de Anna Paulownalaan. De banen lagen op een relatief smalle groenstrook, ingeklemd tussen de Spoorweglaan en het spoor. In de loop van de tijd zijn de grasbanen vervangen door verharde banen.
Nevelen
Veel uit de vroege historie van de BLTC is nog in nevelen gehuld. Er lijkt maar weinig archiefmateriaal bewaard gebleven te zijn. Want wanneer stond de BLTC nou geheel op eigen benen? Duidelijk is dat de banden tussen de tennisclub en de Verfraaiingscommissie lange tijd hebben bestaan. Het oudst bewaard gebleven reglement van de BLTC uit 1910 vertelt ons dat de club de ‘terreinen’ huurde. Ook wordt gesproken over ‘aandeelhouders van de tennisbanen’; dat betrof mogelijk de leden van de Verfraaiingscommissie. En artikel 11 gaat over een afspraak tussen de tennisvereniging en de Verfraaiingscommissie: ‘In- en opgezetenen der gemeente, mits tevens leden der Vereeniging tot Verfr. Van Baarn enz., kunnen door het Bestuur geïntroduceerd worden tegen betaling van fl1.– per ochtend, middag of avond.’
Uit een krantenartikel van 1922 blijkt dat de ‘Vereeniging tot verfraaiiing van Baarn en bevordering van het vreem- delingenverkeer’, zoals de officiële naam inmiddels luidde, in dat jaar nog steeds eigenaar van de banen was.
Een andere vraag betreft de naam van onze tennisclub. Vanaf 1926 wordt in krantenartikelen gesproken over de Baarnsche Lawn Tennisclub. Hoewel er al niet meer op gras werd gespeeld, werd toch het woord ‘lawn’ aan de naam toegevoegd. Kwestie van traditie? Of gewoon chic?
Regels en boetes
Er was in de beginjaren nog geen clubhuis. Veel toezicht was er ook niet. Degene die als laatste het ‘tennispark’ verliet, moest het hek sluiten en de op de banen aanwezige spullen opbergen. Cruciaal voor de administratie (en het uitdelen van boetes) was de aanwezigheid van een boek waarin leden bij aankomst op de banen hun naam noteerden. Deden ze dat niet, dan kostte deze administratieve fout hun één gulden. De vraag is natuurlijk hoe het bestuur dan wist dat ze hadden gespeeld...
Voor elke baan waren twaalf tennisballen beschikbaar. Vanaf de locatie aan het spoorwegravijn zullen er de nodige ballen in de diepte zijn verdwenen. Een weggeslagen
bal moest overigens worden vergoed door het lid dat de bal sloeg. De kosten bedroegen 65 cent per bal. Als niet duidelijk was wie de bal had weggeslagen, werden de kosten omgeslagen over iedereen die op de betreffende dag had gespeeld. Zo kon een dag dat je als speler niet
in vorm was de club veel centen opleveren!
Koninklijk
Aanvankelijk werd er nog geen competitie gespeeld.
De Baarnsche Tennisclub trad pas in 1917 toe tot de Nederlandse LTC. Dat wil niet zeggen dat er niet competitief werd getennist. Van vrijdag 28 tot en met maandag 31 augustus 1908 werden voor de eerste keer de ‘onderlinge wedstrijden’ georganiseerd. Voor dit evenement werden ook privébanen van Baarnse villa’s ingezet. Die eerste open toernooien zouden een koninklijk tintje hebben gehad. Het verhaal gaat dat Koningin-moeder Emma op 31 augustus steevast twee grote dozen met taartjes liet bezorgen omdat haar dochter Wilhelmina op die dag haar verjaardag vierde.
Het open toernooi zou in de loop van de tijd uitgroeien
tot een serieus evenement met een groot deelnemersveld. Voor dit toernooi bestond altijd veel publieke belang- stelling. De uitslagen van alle wedstrijdrondes werden uitgebreid gepubliceerd in de Gooi- en Eemlander.
Verhuizen en weer verhuizen
De BLTC was ambitieus. De club had een groeiend aantal leden, maar slechts twee banen en geen clubhuis. Een nieuwe locatie leek toch wel noodzakelijk. De BLTC kon terecht op een fraai terrein achter het Badhotel, dat zelf
ook over een grastennisbaan beschikte. In 1926 werd hier een waar ‘tennis-dorado’ met drie gravelbanen aangelegd. Een jaar later kon de echtgenote van burgemeester G.C.J. Van Reenen, die in 1906 Nederlands tenniskampioen was in het heren enkel- én dubbelspel, de vlag hijsen boven een ‘echt’ clubhuis (dat overigens tot op de dag van vandaag in gebruik is).
Het bos in
Bijna veertig jaar lang speelden de BLTC-leden bij het Badhotel. In die tijd kwam de vereniging tot grote bloei. Echter, de locatie aan de Prinses Marielaan bood geen mogelijkheden voor een uitbreiding naar meer banen. Weer ging de club omzien naar een nieuw onderkomen. Dat werd gevonden aan de Bosbadlaan. Daar was genoeg ruimte voor maar liefst zes banen. Op het hoogste punt van het tennispark verrees een clubhuis. In 1967 werd bij het oude clubhuis de bondsvlag gestreken door voorzitter Jaap Manting. Vervolgens ging hij plechtig voor in de stoet van zestig leden
die te voet de weg naar de nieuwe locatie aflegden. Daar werd de vlag trots weer gehesen.
Na het vertrek van de BLTC streek de ontspannings- vereniging van Philips Phonografische Industrie neer op het verlaten tennispark aan de Prinses Marielaan. In 1968 was de Philips Tennisvereniging een feit. Deze clubnaam werd later veranderd in Phonosmash.
Meer banen
Bijna twintig jaar later, in 1986 - de BLTC had 667 leden en een groeiende wachtlijst - werden er links van het toegangspad twee nieuwe banen aangelegd (de huidige banen 9 en 10). In 2007 werd het banenpark weer uitgebreid met twee banen (de huidige banen 3 en 4). Anno 2025 telt de club 1400 leden. Die spelen op tien tennisbanen en 4 padelbanen met verlichting en beschikken over een clubhuis met het mooiste terras van Baarn.